"uitbulderen" meaning in All languages combined

See uitbulderen on Wiktionary

Verb [Nederlands]

Audio: nl-uitbulderen.ogg
Forms: bulderde uit [past], uitgebulderd [past, participle], uit te bulderen [active, infinitive, imperfect, present], zullen uitbulderen uit zullen bulderen [active, infinitive, imperfect, future, short-form], te zullen uitbulderen uit te zullen bulderen [active, infinitive, imperfect, future], hebben uitgebulderd [active, infinitive, perfect, present, short-form], te hebben uitgebulderd [active, infinitive, perfect, present], uitgebulderd zullen hebben [active, infinitive, perfect, future, short-form], uitgebulderd te zullen hebben [active, infinitive, perfect, future], uitbulderend [imperfect, participle], uitgebulderd [past, participle], ev. bulder uit [imperative], bulder uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, first-person], buldert uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], buldert uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], buldert uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, second-person], buldert uit [indicative, imperfect, main-clause, present, singular, third-person], bulderen uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, first-person], bulderen uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, second-person], bulderen uit [indicative, imperfect, main-clause, present, plural, third-person], bulderde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, first-person], bulderde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], bulderde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], bulderde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, second-person], bulderde uit [indicative, imperfect, main-clause, past, singular, third-person], bulderden uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, first-person], bulderden uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, second-person], bulderden uit [indicative, imperfect, main-clause, past, plural, third-person], zal uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, first-person], zult uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zult uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, second-person], zal uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, singular, third-person], zullen uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, first-person], zullen uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, second-person], zullen uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, future, plural, third-person], zou uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, first-person], zou uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou(dt) uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zoudt uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, second-person], zou uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, singular, third-person], zouden uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, first-person], zouden uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, second-person], zouden uitbulderen [indicative, imperfect, main-clause, conditional, plural, third-person], uitbulder [subordinate-clause, present], uitbuldert [subordinate-clause, present], uitbuldert [subordinate-clause, present], uitbuldert [subordinate-clause, present], uitbuldert [subordinate-clause, present], uitbulderde [subordinate-clause, past], uitbulderde [subordinate-clause, past], uitbulderde [subordinate-clause, past], uitbulderde [subordinate-clause, past], uitbulderde [subordinate-clause, past], uitbulderden [subordinate-clause, past], uitbulderden [subordinate-clause, past], uitbulderden [subordinate-clause, past], zal uitbulderen uit zal bulderen [subordinate-clause, future], zult uitbulderen uit zult/zal bulderen [subordinate-clause, future], zal uitbulderen uit zult/zal bulderen [subordinate-clause, future], zult uitbulderen uit zult/zal bulderen [subordinate-clause, future], zal uitbulderen uit zult/zal bulderen [subordinate-clause, future], zult uitbulderen uit zult bulderen [subordinate-clause, future], zal uitbulderen uit zal bulderen [subordinate-clause, future], zullen uitbulderen uit zullen bulderen [subordinate-clause, future], zullen uitbulderen uit zullen bulderen [subordinate-clause, future], zullen uitbulderen uit zullen bulderen [subordinate-clause, future], zou uitbulderen uit zou bulderen [subordinate-clause, conditional], zou uitbulderen uit zou bulderen [subordinate-clause, conditional], zou(dt) uitbulderen uit zou(dt) bulderen [subordinate-clause, conditional], zoudt uitbulderen uit zoudt bulderen [subordinate-clause, conditional], zou uitbulderen uit zou bulderen [subordinate-clause, conditional], zouden uitbulderen uit zouden bulderen [subordinate-clause, conditional], zouden uitbulderen uit zouden bulderen [subordinate-clause, conditional], zouden uitbulderen uit zouden bulderen [subordinate-clause, conditional], heb uitgebulderd [perfect, present, first-person], hebt uitgebulderd [perfect, present, second-person], hebt uitgebulderd [perfect, present, second-person], heeft uitgebulderd [perfect, present, second-person], hebt uitgebulderd [perfect, present, second-person], heeft uitgebulderd [perfect, present, third-person], hebben uitgebulderd [perfect, present, first-person], hebben uitgebulderd [perfect, present, second-person], hebben uitgebulderd [perfect, present, third-person], had uitgebulderd [perfect, past, first-person], had uitgebulderd [perfect, past, second-person], had uitgebulderd [perfect, past, second-person], hadt uitgebulderd [perfect, past, second-person], had uitgebulderd [perfect, past, third-person], hadden uitgebulderd [perfect, past, first-person], hadden uitgebulderd [perfect, past, second-person], hadden uitgebulderd [perfect, past, third-person], zal uitgebulderd hebben [perfect, future, first-person], zal uitgebulderd hebben [perfect, future, second-person], zult uitgebulderd hebben [perfect, future, second-person], zult uitgebulderd hebben [perfect, future, second-person], zal uitgebulderd hebben [perfect, future, second-person], zult uitgebulderd hebben [perfect, future, second-person], zal uitgebulderd hebben [perfect, future, third-person], zullen uitgebulderd hebben [perfect, future, first-person], zullen uitgebulderd hebben [perfect, future, second-person], zullen uitgebulderd hebben [perfect, future, third-person], zou uitgebulderd hebben [perfect, conditional, first-person], zou uitgebulderd hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgebulderd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgebulderd hebben [perfect, conditional, second-person], zoudt uitgebulderd hebben [perfect, conditional, second-person], zou uitgebulderd hebben [perfect, conditional, third-person], zouden uitgebulderd hebben [perfect, conditional, first-person], zouden uitgebulderd hebben [perfect, conditional, second-person], zouden uitgebulderd hebben [perfect, conditional, third-person]
  1. door bulderen uiten
    Sense id: nl-uitbulderen-nl-verb-FnI5cib3
The following are not (yet) sense-disambiguated
Related terms: uitrazen

Inflected forms

{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Ontbrekend geluid",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Retrograad van het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Samenstelling in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Vervoeging in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Werkwoord in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit bw en bulderen ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "bulderde uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te bulderen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitbulderen\nuit te zullen bulderen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd zullen hebben",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderend",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n bulder uit",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "bulder uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderen uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderen uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderen uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderden uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderden uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderden uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulder",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen\nuit zult bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen\nuit zou bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen\nuit zou bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbulderen\nuit zou(dt) bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbulderen\nuit zoudt bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen\nuit zou bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen\nuit zouden bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen\nuit zouden bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen\nuit zouden bulderen",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·bul·de·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "uitrazen"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "door bulderen uiten"
      ],
      "id": "nl-uitbulderen-nl-verb-FnI5cib3"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitbulderen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f8/Nl-uitbulderen.ogg/Nl-uitbulderen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitbulderen.ogg"
    }
  ],
  "word": "uitbulderen"
}
{
  "categories": [
    "Ontbrekend geluid",
    "Retrograad van het Nederlands",
    "Samenstelling in het Nederlands",
    "Scheidbaar werkwoord in het Nederlands",
    "Vervoeging in het Nederlands",
    "Werkwoord in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands",
    "Woorden in het Nederlands met audioweergave",
    "Woorden in het Nederlands van lengte 11",
    "Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands"
  ],
  "etymology_texts": [
    "samenstelling van uit bw en bulderen ww"
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "bulderde uit",
      "tags": [
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uit te bulderen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te zullen uitbulderen\nuit te zullen bulderen",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "imperfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "te hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd zullen hebben",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future",
        "short-form"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd te zullen hebben",
      "raw_tags": [
        "lang"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "active",
        "infinitive",
        "perfect",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderend",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperfect",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "uitgebulderd",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "past",
        "participle"
      ]
    },
    {
      "form": "ev.\n bulder uit",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "imperative"
      ]
    },
    {
      "form": "bulder uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "buldert uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderen uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderen uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderen uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "present",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderde uit",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderden uit",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderden uit",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "bulderden uit",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "past",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "future",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "gij, ge"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "singular",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "wij, we"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen",
      "raw_tags": [
        "zij, ze"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "indicative",
        "imperfect",
        "main-clause",
        "conditional",
        "plural",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulder",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbuldert",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderde",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderden",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderden",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "uitbulderden",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "past"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zult/zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitbulderen\nuit zult bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitbulderen\nuit zal bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitbulderen\nuit zullen bulderen",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "future"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen\nuit zou bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen\nuit zou bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou(dt) uitbulderen\nuit zou(dt) bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitbulderen\nuit zoudt bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitbulderen\nuit zou bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen\nuit zouden bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen\nuit zouden bulderen",
      "raw_tags": [
        ".. dat zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitbulderen\nuit zouden bulderen",
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "subordinate-clause",
        "conditional"
      ]
    },
    {
      "form": "heb uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "heeft uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "present",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadt uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "had uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "hadden uitgebulderd",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "past",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zult uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zal uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zullen uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "future",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jij, je"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zoudt uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "gij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zou uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "first-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "second-person"
      ]
    },
    {
      "form": "zouden uitgebulderd hebben",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "source": "uitbulderen/vervoeging",
      "tags": [
        "perfect",
        "conditional",
        "third-person"
      ]
    }
  ],
  "hyphenation": "uit·bul·de·ren",
  "lang": "Nederlands",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Werkwoord",
  "related": [
    {
      "word": "uitrazen"
    }
  ],
  "senses": [
    {
      "glosses": [
        "door bulderen uiten"
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "nl-uitbulderen.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/f/f8/Nl-uitbulderen.ogg/Nl-uitbulderen.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/nl-uitbulderen.ogg"
    }
  ],
  "word": "uitbulderen"
}

Download raw JSONL data for uitbulderen meaning in All languages combined (17.7kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the nlwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.